Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Wie is polisgerechtigde?

18-09-2020 2020-031 Informatieplicht uitvaartondernemer

Klacht:

Onderwerp van het geschil:

Klager is van mening dat aan haar ten onrechte een declaratie is gezonden met betrekking tot de uitvaart van haar overleden partner. Op basis van de stukken maar ook uit de mededelingen die namens De uitvaartonderneming zijn gedaan, mocht Klager er vanuit gaan dat zij niet aansprakelijk was voor de kosten van de uitvaart.

 

De ombudsman overweegt het volgende:

 

  1. Naar mijn oordeel is niet komen vast te staan dat De uitvaartonderneming kennis heeft genomen van het polisblad van de lijfrenteverzekering. Dit volgt enerzijds uit het standpunt van Klager, inhoudende dat zij een schrijven betreffende de verzekering van de overledene had klaargelegd – en dus geen polisblad – en anderzijds uit de verklaring van de heer Koelink die heeft verklaard geen polisblad te hebben ontvangen, maar slechts een handgeschreven briefje met informatie. Bovendien heeft Klager een verklaring van vrijwaring ondertekend, in welke verklaring is vermeld dat zij niet in het bezit is van een polis en dat zij niet weet waar deze polis zich bevindt.

 

  1. Nu er geen verzekeringsovereenkomst bij De uitvaartonderneming zelf was afgesloten, had De uitvaartonderneming geen toegang tot informatie van polissen die bij een andere maatschappij zijn afgesloten, zoals Reaal. Gezien deze omstandigheid ben ik van oordeel dat aan De uitvaartonderneming niet het verwijt gemaakt kan worden dat zij zelf had kunnen vaststellen dat niet Klager, maar een derde, gerechtigd was tot de lijfrenteuitkering. Daar komt bij, dat Klager uitdrukkelijk heeft verklaard zelf opdrachtgever te zijn, ook voor het geval derden aanspraak op de verzekeringsuitkering konden maken.

 

  1. Bij het vorenstaande merk ik op dat ook in het geval De uitvaartonderneming wel had vastgesteld dat Klager niet de begunstigde van de lijfrenteverzekering was, Klager ook de kosten van de uitvaart zelf had dienen te dragen. Bovendien is in het Burgerlijk Wetboek, artikel 4: 7 lid 1 onder b, vermeld dat de kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene, voor rekening van de nalatenschap zijn, zodat Klager bij de erfgenamen deze kosten in rekening kan brengen.

 

 

 

Uitspraak:

Beslissing van de ombudsman:

 

De ombudsman oordeelt de klacht ongegrond.

 

Dit bindend advies is opgesteld en verzonden op 18 september 2020.

Zowel klager als verweerder zijn gehouden het bindend advies van de ombudsman te respecteren en na te komen.

 

De Ombudsman Uitvaartwezen