Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Volgens klager overtreft de premie de uitvaartkosten

30-11-2016 2016-074 Aanname - Basis tarief, Factuur uitvaart, Kostenbegroting, Polisvoorwaarden

Klacht:

2016-74-premie-overtreft-de-uitvaartkosten

Klager vindt de factuur van de uitvaartondernemer veel te hoog. Hij stelt dat zijn broer (opdrachtgever van de uitvaart) gedwongen werd om de offerte van de uitvaartondernemer te ondertekenen, omdat de overledene ‘boven de grond’ stond en er door de uitvaartondernemer pas actie zou worden ondernomen als de offerte was getekend. Klager vindt dat de opdrachtgever – zijn broer – daardoor met zijn rug tegen de muur stond en niet anders kon dan tekenen. Klager vroeg achteraf bij een andere uitvaartondernemer de kosten op van eenzelfde uitvaart en komt dan veel lager uit. Klager vindt dat de uitvaart volledig gedekt zou moeten worden door de verzekering, omdat zijn moeder 65 jaar premie betaalde en daaraan in totaal wel € 7.000,- kwijt was. De vergoeding voor niet afgenomen diensten vindt hij veel te laag, met name omdat deze veel hoger zijn op het moment dat ze als extra dienst worden ingekocht. Daarom wil hij de resterende rekening van € 2.118,95 niet betalen.

Uitspraak:

In de meeste gevallen ervaren nabestaanden druk om snel over de uitvaart te besluiten en dat is in dit geval niet anders geweest. Als klager minder voor de uitvaart had willen betalen, had hij zich tot een uitvaartondernemer moeten wenden, die minder rekende voor zijn dienstverlening. Hij had zich op een overlijden voor kunnen bereiden. De verzekerde was immers al op gevorderde leeftijd. De verzekering dekte slechts een deel van de uitvaartkosten en dat betekent dat er altijd kosten voor de nabestaanden overblijven. De uitkering van deze door de overledene afgesloten uitvaartverzekering is niet afhankelijk van het aantal jaren dat zij premie betaalde, maar van hetgeen verzekerd is. De kosten van de laatste verzorging (in totaal € 320,-) zijn onterecht in rekening gebracht, omdat deze onder de uitvaartverzekering vallen.

De klacht is daarmee deels gegrond, namelijk voor de teveel berekende kosten van de laatste verzorging.

De ombudsman oordeelt dat klager de openstaande kosten (rekening plus de aanmanings- en deurwaarderskosten) dient te betalen, minus € 320,- van de kosten van de laatste verzorging. Het nog te betalen bedrag dient binnen vier weken na ontvangst van dit bindend advies op de rekening van de uitvaartondernemer te staan.