Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Veel klachten maar over welke uitvaartondernemer?

20100818 2010032 Kwaliteit dienstverlening

Klacht:

Er is een waslijst aan klachten ingediend over de uitvaartondernemer. Te laat overbrengen van de overledene, krantenadvertentie op verkeerde dag, geen zes kaarsenstandaards, verkeerde bekleding kist, geen rouwkaart bij rouwbezoek, muziek zelf wegbrengen naar begraafplaats, zelf bloemen rondom de kist schikken, kist sluiten zonder uitvaartverzorger, niet bekend zijn van koffie bij rouwbezoek, in de wacht zetten tijdens telefoongesprek, uitvaartverzorger gaat op eigen gelegenheid naar begraafplaats, geen ingehuurde dragers, geen koffie/begeleiding familiekamer begraafplaats, te weinig zitruimte wachtruimte aula, te weinig leiding uitvaartverzorger einde dienst in aula, paden begraafplaats niet sneeuwvrij, uitdragen overledene uit aula rommelig, microfoon bij graf werkte niet, uitvaartverzorger houdt te weinig contact en de factuur is onjuist.

Uitspraak:

Maar wie is de uitvaartondernemer waarover geklaagd wordt? Klaagster klaagt A aan, A kan niet door de ombudsman worden aangesproken. A maakt deel uit van B. B kan ook niet worden aangesproken. De naam C komt ook naar boven in deze klacht. De ombudsman is wel bevoegd om C aan te spreken als daarvoor voldoende aanleiding zou bestaan. Na onderzoek stelt de ombudsman vast dat C aangesproken kan worden omdat aannemelijk is geworden dat C (mede) bij de uitvaart is betrokken en onduidelijk is met wie de opdrachtgever een overeenkomst heeft gesloten, met A of met C. De onderlinge verwevenheid is zo groot dat A niet goed van C kan worden onderscheiden. Na onderzoek stelt de ombudsman het volgende vast. De klachtonderdelen a (te laat overbrengen), f (muziek langsbrengen), g (bloemen rond de kist schikken), j (in de wacht zetten), k (op eigen gelegenheid naar begraafplaats gaan van uitvaartverzorger), m (gebrek aan begeleiding in familiekamer), o (onvoldoende leiding geven na afloop dienst), s (onvoldoende contact) en t (factuur) zijn ongegrond. De klachtonderdelen b (krantenadvertentie), c (kandelaars), d (verkeerde binnenbekleding kist), e (bij rouwbezoek geen rouwkaart), h (sluiten van de kist), i (niet weten van koffie bij rouwbezoek), l (geen dragers dragersvereniging), n (geen voorlichting over of ingrijpen bij beperkt aantal zitplaatsen wachtruimte aula), p (niet sneeuwvrij maken paden begraafplaats), q (uitdragen aula) en r (microfoon bij graf defect) worden gegrond verklaard. Omdat klaagster betaald heeft voor een ‘normale’ dienstverlening van de uitvaartverzorger en zij zich steeds meer gedwongen zag een deel van die taak over te nemen, doordat er fouten werden gemaakt wordt aan klaagster een schadevergoeding toegekend. Samen met vergoedingen op onderdelen bedraagt deze in totaal €1550,-. De uitvaartondernemer heeft hiervan het grootste gedeelte reeds voldaan (deels in natura).