Klacht: De posten ‘dienstverlening’ en extra kilometers zijn niet besproken, er zijn vele dingen verkeerd gegaan (a t/m v) en er is slecht met de klacht omgegaan.
Uitspraak:
De uitvaart waarover wordt geklaagd heeft in november 2009 plaatsgevonden. Nadat er volgens de uitvaartondernemer een schikking is bereikt in een mondeling gesprek, dat aan het einde van de klachtprocedure aan het eind van de zomer van 2010 tussen uitvaartondernemer en nabestaanden heeft plaatsgevonden, reageert klager niet op de brieven van de ombudsman hierover.
De ombudsman kan daarom niet concluderen dat er een schikking is bereikt en moet dus uitspraak doen over de onderliggende klachten. Veel van de klachten worden gegrond bevonden, een klein deel niet. De ombudsman vindt een compensatie van €1077,25 een redelijke en billijke vergoeding. Dit is wat klager uiteindelijk wenste en wat de uitvaartondernemer ook had aangeboden in het gesprek. De uitvaartondernemer heeft klager abusievelijk een verkeerd (te laag) bedrag laten weten, dat hij nog verschuldigd zou zijn. De ombudsman vindt dat klager had kunnen begrijpen dat dit een vergissing was. Klager is het hogere, door de ombudsman vastgestelde bedrag verschuldigd.