Te weinig geld uitgekeerd
Klacht:
Onderwerp van het geschil:
Klager is van oordeel dat zij ten onrechte slechts een uitkering van verweerder ter hoogte van € 2.364,39 heeft gekregen, in plaats van een bedrag ter hoogte van € 3.201,–, welk bedrag op de polis van de rechtsvoorganger van verweerder is vermeld.
Verweerder is van oordeel dat het maximumbedrag dat uitgekeerd dient te worden aan klager een bedrag van € 2.364,39 beloopt.
Uitspraak:
De ombudsman overweegt het volgende:
Het staat vast dat klager na het overlijden van haar vader heeft gekozen voor een uitvaartonderneming die niet is gelieerd aan verweerder. Daardoor is het minder relevant of klager kort na het overlijden van haar vader mededeling aan verweerder heeft gedaan, danwel, zoals verweerder heeft aangegeven, pas na verloop van 23 dagen.
Hoewel op de natura uitvaartpolis het protocol “transparantie” voor uitvaartondernemers en natura-uitvaartverzekeraars van toepassing is, waardoor voor verweerder een verplichting bestond om goede voorlichting aan haar verzekerde te geven over de gevolgen van het inschakelen van een niet aan verweerder gelieerde uitvaartonderneming, heeft verweerder niet de gelegenheid meer gehad om klager over de financiële gevolgen van haar keuze te informeren, omdat klager al aan een derde partij de opdracht tot het verzorgen van de uitvaart van haar vader had gegeven. Overigens heeft verweerder – onbetwist – gesteld dat klager in een eerder stadium, te weten ter gelegenheid van het overlijden van haar moeder, heeft gewezen op de financiële gevolgen van het kiezen van een andere uitvaartonderneming dan een aan verweerder gelieerde.
Doordat klager heeft gekozen voor een niet aan verweerder gelieerde uitvaartonderneming, verviel het naturapakket en beperkte de tegenprestatie van verweerder zich tot het uitkeren van het maximaal verzekerde bedrag, zijnde € 2.364,39.
De klacht van klager ziet overigens niet op onjuiste informatieverschaffing door verweerder met betrekking tot haar keuze om een andere uitvaartonderneming in te schakelen, maar op het uitbetalen van een te laag bedrag.
Klager heeft naar mijn oordeel echter geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds de waarde van het naturapakket van € 3.201,– en anderzijds het maximaal verzekerde bedrag ad € 2.364,39, waarop klager aanspraak kan maken indien zij aan verweerder de kosten declareert die de door klager zelf ingeschakelde uitvaartonderneming heeft berekend met betrekking tot de uitvaart. Dat bedrag is specifiek op het polisblad van verweerder vermeld.
Gezien al het vorenstaande bestond er voor verweerder geen verplichting om een hoger bedrag ad € 2.364,39 aan klager te betalen.
Beslissing van de ombudsman:
Ik beoordeel de klacht van klager ongegrond.