Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Te snelle ontbinding overledene?

20100429 2009096 Opbaren

Klacht:

Klaagster klaagt over het in rekening brengen van een paar uur rouwcentrum als zijnde een hele dag. Verder zou er sprake zijn van een falende koeling onder de kist van de overledene dan wel een te hoge temperatuur in de 24-uurs kamer, stelt klaagster emotionele schade te hebben opgelopen door de aanblik van de overledene op de dag van de uitvaart, waren de rouwauto en volgauto niet in orde en waren er klachten over de kist. Daarnaast lijkt klaagster van mening dat haar zuster zoveel premie heeft betaald, dat daarvan gemakkelijk zonder bijbetalen de uitvaart van haar zuster betaald had kunnen worden.

Uitspraak:

Het rekenen van een paar uur als een hele dag is gebruikelijk ook in andere sectoren dan de uitvaartbranche. Doordat de factuur voor opbaring is ingetrokken doet de klacht niet meer terzake. De twee partijen hebben tegenstrijdige meningen over de kistkoeling. Geconstateerd is dat de temperatuur in de 24-uurs kamer aan de hoge kant was (20 graden). Klaagster lijkt te betogen dat daarom de conditie van de overledene zo sterk is achteruitgegaan, dat, eerder dan gebruikelijk, de kist moest worden gesloten en dat men andere maatregelen had moeten treffen, zoals het plaatsen in de koeling. Uitvaartondernemers garanderen nooit dat een overledene de gehele periode van opbaren in een zodanig ‘goede’ conditie blijft, dat een ‘open’ opbaring tot en met de dag van de uitvaart mogelijk is. Dat is namelijk van veel factoren afhankelijk, zoals de doodsoorzaak, medicijngebruik, het postuur van de overledene, de omgevingstemperatuur, de hoeveelheid tijd die verstrijkt voordat er kan worden gekoeld. De kist is in dit geval op de vierde dag na de dag van overlijden gesloten wegens achteruitgang van de conditie van de overledene. Dat is niet uitzonderlijk vroeg. Klaagster heeft onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat gesproken zou kunnen worden van een onzorgvuldige koeling van de overledene. Echter, de relatief hoge temperatuur in de kamer zal invloed gehad hebben op de verminderde conditie van de overledene, al valt niet vast te stellen hoeveel. Doordat de uitvaartondernemer de kosten van de opbaring heeft gecrediteerd, is de ombudsman van mening dat hieraan voldoende is tegemoet gekomen. Klaagster heeft op de dag van de uitvaart, zonder hierover overleg te hebben gepleegd, zelf de kist geopend en is daarbij enorm geschrokken van de aanblik die haar zuster bood. Als de kist gesloten wordt vanwege de achteruitgang in de conditie van de overledene, is het niet raadzaam de kist een dag later weer te openen. De conditie van de overledene kan immers alleen maar verder achteruitgaan, dat is ook de normale gang van zaken. Dit kan de uitvaartondernemer niet verweten worden. De klacht over de rouw- en volgauto wordt niet verder onderbouwd. De uitvaartondernemer heeft de kosten gecrediteerd, zodat geconcludeerd wordt dat de klachten voldoende zijn gecompenseerd. De klacht over de kist wordt niet toegelicht. Voor een klacht over de verzekering is de ombudsman niet bevoegd. Ten overvloede wordt opgemerkt dat de berekening van klaagster niet klopt. De aangeboden creditering (ad €1060,-) is voldoende om de gegrond zijnde klachten te compenseren. De overige klachten zijn niet gegrond.