Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Rechthebbende of onderhoudsplichtige?

11-09-2019 2019-050 Grafrechten, Informatieplicht uitvaartondernemer, Onderhoud begraafplaats, Reglement begraafplaats

Klacht:

2019-050 BA 14-09-2019 Rechthebbende of onderhoudsplichtige?

Onderwerp van het geschil:

Klager wil aangemerkt worden als rechthebbende op twee graven op de begraafplaats. Het bestuur van de begraafplaats is van mening dat het reglement dit niet toestaat.

Uitspraak:

De ombudsman concludeert als volgt

  1. Het R1995 kent geen onderhoudsplichtigen, alleen rechthebbenden. Als de begraafplaats destijds naast rechthebbenden een categorie ‘onderhoudsplichtigen’ invoerde, was dit buiten het R1995 om.
  2. Toen klager in 2000 telefonisch contact zocht met de beheerder van de begraafplaats kan hij niet anders dan hebben verzocht om rechthebbende te worden; een andere categorie (namelijk die van slechts onderhoudsplichtigen) bestond nog niet volgens het R1995.
  3. De begraafplaats had klager daarom moeten wijzen op de juiste wijze om rechthebbende te worden, dan wel heel duidelijk uit moeten leggen dat er buiten het R1995 om nog een andere categorie betalende nabestaanden bestond, de onderhoudsplichtigen, en dat klager een keuze moest maken tot welke categorie hij wilde horen. Kennelijk liet de begraafplaats dit na.
  4. Kennelijk vond er ook geen officiële inschrijving plaats van klager als rechthebbende van de betreffende graven.
  5. Naast de informatieplicht van de begraafplaats, had klager een plicht om zich de informatie eigen te maken. Dat deed klager door telefonisch contact op te nemen met de begraafplaats.
  6. Op basis van de nota’s, die klager tot en met 2009 van de begraafplaats ontving, kon en mocht hij  veronderstellen dat hij rechthebbende van alle graven was, óók nadat hij afstand deed van de graven waarvan hij kennelijk op juiste wijze rechthebbende werd.
  7. Het kan niet zo zijn dat de begraafplaats klager jarenlang in de veronderstelling liet dat hij rechthebbende van vijf graven was, hem afstand liet doen van de graven waarvan hij terecht rechthebbende was en dan met een beroep op de niet correct gevolgde procedure in 2000 klager met lege handen achter laat.

Beslissing van de ombudsman

Op basis van het bovenstaande oordeelt de ombudsman dat de begraafplaats – op basis van het Reglement 1995 – in het jaar 2000 alleen nog de categorie rechthebbenden kende. Toen klager in 2000 telefonisch contact zocht met de begraafplaats kan hij dat alleen hebben gedaan om recht-hebbende van de graven 16 en 17 in rij VI te worden. Kennelijk is er iets mis is gegaan in de informatievoorziening aan klager over de wijze waarop hij rechthebbende kon worden en ook is klager niet formeel ingeschreven als rechthebbende in de administratie van de begraafplaats. De begraafplaats schreef klager jarenlang aan als ‘eigenaar’ van vijf graven voor het betalen van het algemeen onderhoud van de begraafplaats en maakte daarbij geen onderscheid in de rechtsgrond waarop de onderhoudskosten waren gebaseerd. Op basis daarvan kon en mocht klager begrijpen dat hij van alle graven als rechthebbende door de begraafplaats werd erkend. Het feit dat klager in latere jaren kennis had kunnen nemen van de juiste procedure om in 2000 als rechthebbende geregistreerd te worden, doet niet af aan de plicht van de begraafplaats om juiste informatie te verstrekken als een nabestaande telefonisch contact zoekt. De klacht is gegrond.

De begraafplaats dient klager met terugwerkende kracht tot het jaar 2000 in te schrijven als rechthebbende van de graven 16 en 17 in rij VI en kan daarvoor geen kosten in rekening brengen.