Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Onduidelijke begroting

21-03-2022 2021-098 Factuur uitvaart

Klacht:

Onderwerp van het geschil:

Klager is van mening dat verweerder een buitensporig hoge rekening aan haar heeft gezonden.

 

De ombudsman stelt de volgende feiten vast:

  1. Klager heeft de kostenbegroting d.d. 27 juli 2021 ondertekend. Deze kostenbegroting geeft een gedetailleerde opsomming van de te verrichten diensten en standaardkosten. Voorts vermeldt die begroting de kosten van de primaire dienstverlening.
  2. Klager heeft na de uitvaart van 31 juli 2021 – en wel op 10 augustus 2021 – een klacht bij Verweerder ingediend over het totaalbedrag van de kostenbegroting, alsmede over de hoogte van de factuur van de uitvaart.

 

De ombudsman overweegt het volgende:

  1. De kostenbegroting van verweerder d.d. 27 juli 2021 bevat een opsomming van zowel de dienstverlening bij een begrafenis of crematie als de standaardkosten, waaronder de kosten van de uitvaartkist “type X”, massief eiken gelakt kapkist. Voorts zijn daarin de kosten van consumpties, accommodatie en bloemstukken vermeld.
  2. De ondertekening van die begroting door klager impliceert naar Nederlands recht, dat zij die kosten heeft aanvaard, tenzij die overeenkomst onder dwang, dwaling of bedrog tot stand is gekomen, wat niet is gesteld door klager of nadien is gebleken. In zoverre is niet relevant of Verweerder die kosten expliciet met klager heeft besproken.
  3. Indien de begroting niet akkoord was voor klager, had zij niet tot ondertekening moeten overgaan. De klachten van klager over de hoogte van de factuur die conform de begroting was (zelfs wat lager) zijn pas op 10 augustus 2021 geuit, en zijn naar mijn oordeel mosterd na de maaltijd.
  4. De vraag van klager of verweerder haar kostenbegroting anders had moeten inrichten (zonder vermelding van een basistarief primaire dienstverlening) betreft een kwestie van beleid, waarover ik op grond van artikel 4 lid 2 onder c van het Klachtenreglement niet bevoegd ben om te oordelen. Datzelfde geldt voor de door verweerder gehanteerde tarieven. Artikel 4 lid 2 onder c luidt: “De ombudsman is niet bevoegd kennis te nemen van een geschil indien en voor zover het geschil betrekking heeft op:  c. het door de ondernemer gevoerde beleid, daaronder begrepen de door de ondernemer gehanteerde tarieven, …”.
  5.  Of een andere uitvaartonderneming in 2016 goedkoper was – daargelaten de vraag of de geleverde diensten vergelijkbaar zijn – is mijns inziens niet relevant; het gaat om wat tussen partijen is overeengekomen.

 

Uitspraak:

Beslissing van de ombudsman:

 

Ik oordeel de klachten van klager ongegrond.

 

Zowel klager als verweerder zijn gehouden het bindend advies van de ombudsman te respecteren en na te komen.

 

De Ombudsman Uitvaartwezen