Onderzoekplicht begraafplaats naar de belanghebbende
200702272006099
Grafrechten
Klacht:
Klager was van mening dat de begraafplaats tekort was geschoten in haar wettelijke verplichting om enige inspanning te verlenen bij het zoeken naar de rechthebbende bij verlenging van grafrechten.
De begraafplaats had de weduwe van de, bij de begraafplaats bekende rechthebbende, de vraag voorgelegd of de grafrechten verlengd moesten worden. De weduwe had besloten om niet te verlengen en om het grafmonument te laten verwijderen.
Klager was van mening dat de begraafplaats de nog levende nakomelingen van de begraven persoon had dienen op te sporen en aan hen de beslissing over wel of niet grafrechten verlengen moeten voorleggen.
Uitspraak:
Het zijn van rechthebbende op een graf blijft kennelijk een moeilijke kwestie.Hierover zijn al vele vragen gesteld op de website van Uitvaart in de rubriek Juridisch advies.
Ook klager had over deze kwestie een vraag ingediend en had een voor hem negatief antwoord gekregen.
Niettemin toch een klacht ingediend.
Volgens artikel 28 van de Wet Lb. heeft de begraafplaats inderdaad de plicht om enige inspanning te verrichten bij het achterhalen van de rechthebbende.
In deze klacht had de begraafplaats de bij hen bekende rechthebbende aangeschreven en toen vernomen dat deze man overleden was en dat zijn weduwe verhuisd was.
Men heeft toen het nieuwe adres van de weduwe achterhaald en haar de vraag inzake grafrecht verlengen ja/nee voorgelegd.
De weduwe is door haar schriftelijk antwoord op deze vragen in feite als nieuwe rechthebbende opgetreden en de begraafplaats mocht er vanuit gaan dat mevrouw op correcte wijze opdracht had gegeven tot beeindiging van de grafrechten en tot verwijdering van het grafmonument.
Dat andere nabestaanden er een andere mening op nahouden is in het geheel niet relevant want zij hebben nooit namens hen een nieuwe rechthebbende aangewezen.
Het verwijt ( uiteraard achteraf ) dat de begraafplaats tekort is geschoten in haar verplichting moet dan ook afgewezen worden