Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Naleving Covid-19 bepalingen

14-04-2021 2020-108 Kwaliteit dienstverlening

Klacht:

Onderwerp van het geschil:

Klager is van mening dat Verweerder tekort is geschoten in de uitvoering van de overeen gekomen uitvaart van de heer X. De uitvaart, met name de activiteiten binnen de aula, zijn volgens Klager niet conform afspraak uitgevoerd door Verweerder.

 

De ombudsman stelt de volgende feiten vast:

 

  1. Over de vraag of het derde muziekstuk door de familie van Klager was geupload is geen duidelijkheid ontstaan. De familie stelt dat het stuk vooraf nog was getest en Verweerder heeft aangegeven dat middels foto’s van de geuploade blokken/bestanden vlak na de dienst is aangetoond dat muziekstuk 3 niet was geupload.
  2. De deuren van de aula zijn tijdens de dienst gesloten, kennelijk in verband met het klimaatsysteem.
  3. Het aantal bezoekers in de aula heeft het maximum van 45 duidelijk overschreden, zodat Verweerder tot maatregelen is overgegaan om het aantal bezoekers te verkleinen.
  4. De communicatie tussen de uitvaartbegeleider en de medewerker van de aula is niet goed verlopen, hetgeen een reden voor Verweerder was om een bedrag ter hoogte van € 187,– te crediteren.

 

De ombudsman overweegt het volgende:

  1. Niet is komen vast te staan dat muziekstuk 3 onderdeel heeft uitgemaakt van het door Klager aangeleverde, geuploade, bestand, zodat de klacht op dit onderdeel niet kan worden toegewezen.
  2. Het sluiten van de buitendeuren was noodzakelijk om het klimaatsysteem haar werking te kunnen laten doen. Niet valt in te zien dat Klager daardoor is geschaad. Bovendien is het in de Covid-tijd ook niet onbegrijpelijk om middels het sluiten van de deuren te voorkomen dat zich tijdens de ceremonie nog nieuwe bezoekers toegang verschaffen tot de aula.
  3. Met betrekking tot de inrichting van de aula voor wat betreft het plaatsen van de stoelen in verschillende formaties is op een te laat moment gebleken dat hierover niet duidelijk is gecommuniceerd tussen partijen. Dit leidde tot een verwarrende situatie. Naar mijn oordeel had het op de weg van Verweerder gelegen om vooraf een heldere toelichting te geven over de opstelling van de stoelen, zodat onduidelijkheden voorafgaand aan de ceremonie voorkomen hadden kunnen worden.
  4. Naar mijn oordeel heeft Verweerder correct gehandeld door – hoezeer dat verstorend werkt – in te grijpen toen duidelijk werd dat het aantal van 45 bezoekers werd overschreden. De rechtvaardiging is besloten in de Covid-voorschriften op dit onderdeel.
  5. De klacht dat de toegangspaden naar het graf te smal waren acht ik niet gegrond, omdat het een klein kerkhof betreft, waarvan op voorhand duidelijk was dat de paden smal waren. Die situatie had niet voorkomen kunnen worden door Verweerder.
  6. Omdat het gedeelte van de klachten dat betrekking heeft op de voor Klager onbegrijpelijke indeling van de stoelen in de aula betrekking heeft op het ontbreken van een goede communicatie stel ik in redelijkheid een compensatie op dit onderdeel vast op € 187,–, overeenkomstig het aanbod van Verweerder.

Nu Verweerder dit bedrag aan Klager als compensatie heeft aangeboden, maar Klager dit aanbod niet heeft aanvaard, zal ik hierna het aangeboden bedrag als compensatie toewijzen.

 

Uitspraak:

Beslissing van de ombudsman:

  1. Ik verklaar de klachten van Klager op één onderdeel gegrond;
  2. Ik bepaal dat Verweerder de kosten van de uitvaart met € 187,– dient te verminderen, overeenkomstig haar aanbod.

 

 

Dit bindend advies is opgesteld en verzonden op 14 april 2021.

 

Zowel klager als verweerder zijn gehouden het bindend advies van de ombudsman te respecteren en na te komen.

 

 

De Ombudsman Uitvaartwezen,