Mortuariumkosten van verpleeghuis
Klacht:
2017-067 BA Mortuariumkosten van verpleeghuis
Onderwerp van het geschil:
Klager is het niet eens met de rekening van de uitvaartondernemer, voor het verblijf van zijn overleden moeder in de rouwkamer van het verpleeghuis.
Uitspraak:
De ombudsman concludeert het volgende:
- Klager gaf expliciet (mondeling) opdracht om de overledene op te baren in het verpleeghuis.
- Aan het verrichten van diensten zijn kosten verbonden, die klager kennelijk bij het geven van de opdracht niet geheel kon overzien. Het risico daarvan hoort tot de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
- De opdracht tot opbaren is een (in dit geval mondelinge) overeenkomst, die klager na dient te komen.
Beslissing van de ombudsman
Op basis van het bovenstaande oordeelt de ombudsman dat klager het nog openstaande bedrag van € 350,- dient te voldoen. Dat bedrag dient binnen drie weken na ontvangst van dit bindend advies op de rekening van de uitvaartondernemer te zijn bijgeschreven.