Kant-en-klaar
Klacht:
2019-072 BA Kant-en-klaar 24-07-2019 herzien
Onderwerp van het geschil:
Klaagster vindt de uitvaartfactuur niet correct en wenst niet alle kosten te betalen.
Uitspraak:
De ombudsman concludeert het volgende:
Klaagster kwam met de uitvaartondernemer overeen welke diensten hij zou verrichten tegen welke kosten. Uit de factuur blijkt dat de feitelijke uitvaartkosten vrijwel overeenkomen met de kosten-begroting, dat wil zeggen met de kosten zoals vooraf ingeschat. Ook blijkt dat de uitvaartondernemer zijn deel van de afgesproken diensten nakwam. De uitvaartondernemer had iets specifieker antwoord kunnen geven op de vraag van klaagster welke diensten onder het tarief dienstverlening vielen. De vervoerskosten zouden niet anders zijn geweest als de overledene rechtstreeks naar de opbaarlocatie vervoerd zou zijn. Als klaagster een goedkopere kist had willen hebben, dan had ze dat voorafgaand aan het tekenen van de kostenbegroting met de uitvaartondernemer overeen moeten komen. Op de website van het dagbladbedrijf is te lezen dat de verklaring van de uitvaartondernemer over de advertentiekosten klopt.
Beslissing van de ombudsman
Het is een feit dat klaagster een nare ervaring meemaakte, toen haar echtgenoot overleed tijdens hun vakantie. Dat neemt niet weg dat een uitvaartovereenkomst een normale overeenkomst is, waarop het Nederlandse recht van toepassing is. Het gegeven dat de overeenkomst snel moet worden gesloten, in een stressvolle en emotionele periode doet daaraan niet af. Nu de uitvaartondernemer zijn deel van de overeenkomst nakwam, is klaagster verplicht om haar deel van de overeenkomst na te komen en de factuur te betalen. In de door klaagster aangehaalde argumenten ligt geen enkele reden om de factuur aan te passen.