Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Gerestitueerde kosten grafrecht

28-01-2018 2017-104 Grafrecht

Klacht:

2017-104 Gerestitueerde kosten grafrecht.

Onderwerp van het geschil:

Klaagster is het niet eens met de datum waarop het grafrecht afloopt van het graf waarin haar ouders begraven liggen.

Uitspraak:

In een gesprek tussen beide partijen geeft de begraafplaats aan dat hij in 2008 het beheer overnam van de betreffende begraafplaats (hierna te noemen: oude administratie). Uit de oude administratie bleek dat men bij een tweede begraving (bijzetting) nieuw grafrecht in rekening bracht en een bedrag restitueerde voor de periode tussen het eerste grafrecht en de bijzetting. In de kwestie van de ouders van klaagster werden de kosten van de periode 2017-2020 gerestitueerd. Dat blijkt ook uit de nota van 2007. Omdat verweerder de constructie vanuit de oude administratie vreemd vond, hanteert hij deze sinds 2008 (overname) niet meer.

Klaagster merkt op dat zij niet op de hoogte was van de restitutie in 2007. Zij begrijpt dat het grafrecht tot 24 oktober 2017 loopt, maar ziet op de rekening van de uitvaart van moeder een bedrag van € 580,- staan voor het vestigen van een grafrecht. Er is dus in 2007 opnieuw grafrecht betaald, terwijl dat niet nodig was: het grafrecht van vader liep nog tot oktober 2017 (2020 -/- plm. 3 jaar restitutie). Klaagster ziet graag dat alles blijft zoals het was, namelijk grafrecht tot 27 maart 2020. De begraafplaats biedt aan dit te faciliteren, zonder bijbetaling. Klaagster wil ook graag het grafrecht verlengen met 10 jaar en daarbij de teveel betaalde € 580,- (grafrecht 2007) verrekend zien in de kosten. De begraafplaats zegt dit toe. Vader heeft dan 30 jaar grafrust en moeder 23 jaar. De kosten van verlenging van het grafrecht bedragen per 2018 € 840,- voor 10 jaar (opgave van de begraafplaats op 11 januari 2018). Daarop wordt het in 2007 teveel betaalde grafrecht in mindering gebracht.


Beslissing van de ombudsman

Op basis van het bovenstaande oordeelt de ombudsman dat partijen met elkaar een oplossing vonden voor de kwestie, die hen verdeeld hield. Concreet betekent dit dat het grafrecht zonder bijbetaling wordt gesteld op 27 maart 2020. Daarnaast komen partijen een verlenging van 10 jaar overeen, zodat het grafrecht wordt gevestigd tot 27 maart 2030. Op de kosten van de 10-jarige verlenging van € 840,- worden de in rekening gebrachte kosten van 2007 (ad € 580,-) in mindering gebracht.

Klaagster dient daarom € 260,- aan de begraafplaats over te maken. Dit bedrag dient binnen drie weken na ontvangst van dit bindend advies op de rekening van de begraafplaats te zijn bijgeschreven. Klaagster ontvangt een nieuwe grafakte, met daarop de juiste datum van eindiging van het grafrecht.