Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Concullega’s

22-04-2018 2017-128 Geleverde diensten, Klachtbehandeling, Kosten van diensten

Klacht:

2017-128 BA 22-04-2018 anoniem

Onderwerp van het geschil:

Klager geeft aan dat hij van de uitvaartondernemer een mondelinge kostenopgave kreeg. Op de eindfactuur is echter een ander en hoger bedrag in rekening gebracht. Klager en de uitvaartonder-nemer verschillen van mening over de vraag voor wiens rekening en risico dit bedrag komt.

 

Uitspraak:

Beslissing van de ombudsman

Op basis van het bovenstaande constateert de ombudsman dat de kwestie een uit de hand gelopen discussie tussen twee concullega’s is. Het is jammer dat beiden niet hun vaardigheden in hebben gezet om het geschil zakelijk en ‘gentlemanlike’ in onderling overleg af te handelen.

Het zou professioneel zijn geweest als verweerder de klacht zou hebben opgepakt volgens de normen van het keurmerk. En als de kwestie voor verweerder was afgedaan toen de factuur deels was betaald, had het op zijn weg gelegen om dat aan klager te laten weten, temeer omdat er in februari 2018 nog een betalingsherinnering werd verzonden. Nu had klager de ombudsman nodig om te vernemen dat de kwestie feitelijk al was opgelost.

 

Concluderend onthoudt de ombudsman zich van een oordeel over het telefonisch  doorgeven van het starttarief, nu daarover twee verklaringen bestaan, die elkaar tegenspreken en er geen reden is om aan de ene verklaring meer waarde te hechten dan aan de andere verklaring. De klacht is in zoverre gegrond dat de uitvaartondernemer de klachtenprocedure van het keurmerk had moeten volgen en de-escalerend op had moeten treden. Er is geen reden om het starttarief alsnog aan klager in rekening te brengen, nu de uitvaartondernemer aangeeft dat de kwestie voor hem al was afgedaan.