Bij de regeling van de uitvaart had opdrachtgever aan de uitvaartondernemer een depositobewijs laten zien en een bewijs dat de overledene deelneemster was in een fonds waarmee een forse korting op het uitvaarttarief werd verkregen. Volgens de uitvaartondernemer was de uitkering van het deposito voldoende voor alle kosten, inclusief de crematie en de consumpties. Hij had daarom ook geen kostenopgave gemaakt,
Achteraf bleek dat de ondernemer zich vergist had en dat er wel een forse nota naar de opdrachtgever werd gezonden. Deze weigerde de rekening te betalen op grond van de uitspraken van de ondernemer.
Uitspraak:
Bepalend bij deze klacht was de vraag of klager had kunnen weten dat de ondernemer zich vergiste (dat hij dwaalde). Gelet op de hoogte van het deposito, het relatief geringe basistarief en het daardoor beschikbaar komende bedrag voor de crematiekosten mocht opdrachtgever naar mening van de Ombudsman er terecht vanuit gaan dat inderdaad alle kosten door de deposito- uitkering gedekt konden worden.
Bij deze mening heeft de Ombudsman mede betrokken het feit dat particulieren in het algemeen geen notie hebben van de hoogte van de tarieven van een crematorium. Het feit dat de ondernemer géén kostenopgave had verstrekt speelde ook een belangrijke rol bij de meningsvorming.
De klacht werd daarom als terecht aangemerkt, behoudens voor kosten welke later nog werden afgesproken en waarvan in redelijkheid niet kon worden geacht dat deze ook door de uitkering zouden worden gedekt.
