Volgens klager is bij het regelen van de uitvaart gesproken over het plaatsen van een advertentie in een dagblad. Zowel voor een lokaal dagblad als voor een groot landelijk dagblad heeft de uitvaartondernemer een prijs genoemd.
Klager heeft naderhand de tekst voor de advertentie in het landelijk dagblad aangeleverd bij de drukkerij van de uitvaartondernemer.
De kosten van de advertentie bleken naderhand ruim € 700 hoger te zijn dan door de ondernemer genoemd. Klager stelt zich op het standpunt dat de ondernemer, na ontvangst van de aangeleverde tekst, klager had moeten informeren over de daarmee samenhangende kosten.
Uitspraak:
De ondernemer stelt zich op het standpunt dat er gesproken was over een summiere advertentie en dat de gedane kostenopgave daarop betrekking had. De door klager aangeleverde tekst bevatte onder meer een gedicht van zes regels en kon mede daardoor niet meer als “summier”worden aangemerkt. Klager is afgeweken van de vooraf afgesproken uitgangspunten en dient dan ook voor de daaruit voortvloeiende kosten op te draaien.
De Ombudsman is van mening dat het begrip “summier “weinig concreet is en dat tussen klager en ondernemer daardoor verschillen van mening kunnen ontstaan.
Klager dient zich te realiseren dat hoe meer tekst wordt aangeleverd, hoe hoger de kosten van de advertentie zullen zijn.
De ondernemer dient zich te realiseren dat het afgeven van een kostenraming op basuis van een onbepaalde hoeveelheid tekst risico’s met zich meebrengt.
Aangezien de ondernemer gecertificeerd is door het Keurmerk Uitvaartzorg zal deze ondernemer de voorschriften van het Keurmerk op dit onderdeel moeten nakomen, te weten het afgeven van teksten aan de uitvaartleider ( en dus niet aan een drukker, welke niet op de hoogte is van advertentietarieven van dagbladen).
Naar de mening van de Ombudsman zijn beide partijen in gelijke mate nalatig geweest en komen de kosten van de overschrijding van de kostenraming op dit punt voor gelijke delen ten laste van partijen.