Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Grafrechten

19-08-2024 2024-045 Onderhoud graf

Klacht:

De procedure:

  • Op 11 juni 2024 heeft klager een klacht ingediend bij de ombudsman uitvaartwezen omdat hij niet tot een oplossing kon komen in een tussen hem en verweerder  ontstaan conflict.
  • verweerder heeft vervolgens een verweerschrift ingediend tegen de klacht, waarna klager heeft gerepliceerd en verweerder vervolgens heeft gedupliceerd. 

Onderwerp van het geschil:

Klager is van mening dat verweerder aan hem een te hoog tarief in rekening brengt voor de grafrechten vanaf 2026.

Standpunt klager:

  1. Klager is van oordeel dat verweerder een buitengewoon hoog tarief in rekening brengt aan klager voor het geval klager het grafrecht voor een periode van 30 jaren, welke periode expireert op 6 januari 2026, wil verlengen.
  2. Het tarief van € 1.200,– is volgens klager onevenredig hoog en dat tarief loopt niet in de pas met de tarieven die twee vergelijkbare begraafplaatsen binnen een straal van 10-15 km vanaf de begraafplaats van verweerder hanteren, te weten € 400,– en € 422,50. Een tarief van € 1.200,– dat verweerder hanteert is niet redelijk en billijk.
  3. Het argument van verweerder dat zij op termijn met schaarste van grond te kampen krijgt en daarom een beleid voert dat verlenging van de grafrechten ontmoedigt, is een onjuist argument volgens klager, omdat er voldoende uitbreidingsmogelijkheden bestaan, naast het feit dat er nog een veld compleet ongebruikt ligt.

 

Standpunt verweerder:

  1. Verweerder voert aan dat zij haar tarieven in goed overleg vaststelt en volgens haar reglement mag vaststellen. De inflatie loopt op, evenals de administratiekosten. verweerder streeft naar uniformiteit in haar tarieven.
  2. Indien klager van oordeel is dat zijn situatie een uitzondering rechtvaardigt, is dat bespreekbaar.

 

Bevoegdheid Ombudsman

Aangezien verweerder is aangesloten bij de brancheorganisatie LOB (Landelijke Organisatie Begraafplaatsen) die in artikel 1 lid e van het klachtenreglement is aangemerkt als een organisatie waarover klachten over aangesloten leden kunnen worden ingediend bij de ombudsman, is de ombudsman bevoegd de onderhavige klacht te onderzoeken.

Artikel 4.2 van het klachtenreglement bepaalt echter het volgende:

“De Ombudsman is niet bevoegd kennis te nemen van een geschil indien en voor zover het geschil betrekking heeft op het door de ondernemer gevoerde beleid, daaronder mede begrepen de door de ondernemer gehanteerde tarieven. “

Nu na het door verweerder gevoerde verweer vaststaat dat de gehanteerde tariefstelling (mede) is ingegeven door een ontmoedigingsbeleid en de klacht van klager betrekking heeft op de hoogte van het tarief dat verweerder hanteert, is het hiervoor geciteerde artikel 4.2c van het klachtenreglement Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen van toepassing op onderhavige klacht, waardoor ik niet bevoegd ben om dit geschil tussen partijen te beoordelen.

Uitspraak:

Beslissing van de ombudsman:

 

Ik verklaar mij onbevoegd om de klacht van klager inhoudelijk te beoordelen.

 

Dit bindend advies is opgesteld en verzonden op 19 augustus 2024.

Zowel klager als verweerder zijn gehouden het bindend advies van de ombudsman te respecteren en na te komen.

 

De Ombudsman Uitvaartwezen,

 

P.M.: voor klager resteert echter wel de mogelijkheid om zijn langdurige betrokkenheid bij de onderhavige grafrechten nader te bespreken met verweerder, zoals verweerder zelf heeft geopperd.