Kale regels
Klacht:
Onderwerp van het geschil:
Klager vindt dat de uitvaartvereniging de ledenvergoeding dient uit te keren, nu zijn vader sinds 1966 lid is van de uitvaartvereniging. De uitvaartvereniging is van mening dat klager zich niet aan de voorwaarden voor vergoeding hield.
Uitspraak:
De ombudsman concludeert het volgende:
- Het lijkt erop dat klager de consequenties van zijn keuze – om niet in zee te gaan met de door de uitvaartvereniging gecontracteerde uitvaartondernemer – heeft onderschat, ondanks het feit dat zowel de uitvaartverzorgster als de uitvaartvereniging hem daarvan op de hoogte stelden.
- De uitvaartvereniging verstrekte jaarlijks (meerdere keren) informatie over hetgeen onder het lidmaatschap valt en wat nabestaanden moeten doen bij een overlijden. Ook in de ALV kwam dit met enige regelmaat aan de orde. Klager had daarvan op de hoogte kunnen en moeten zijn.
- Uiteraard is het begrijpelijk dat nabestaanden bij een overlijden enigszins onthand zijn en keuzes maken, die niet in lijn zijn met het beleid van de uitvaartvereniging. Op het moment dat zij daarop worden gewezen en niettemin de keuze maken om op hun eigen lijn door te gaan, is dit voor rekening en risico van de nabestaanden.
- Het is begrijpelijk dat klager teleurgesteld is in de handelwijze van de uitvaartvereniging. Dat de vereniging niet van haar regels wil afwijken valt haar echter niet te verwijten, gezien haar functie en de risico’s, die zij loopt als zij afwijkt van overeenkomsten en bestaand beleid.
Beslissing van de ombudsman
Op basis van het bovenstaande oordeelt de ombudsman dat de uitvaartvereniging handelde conform de door de ledenvergadering vastgestelde regels en geen ledenuitkering verschuldigd is aan klager. In dezen treft haar geen blaam en is de klacht ongegrond. De beslissing van de uitvaartvereniging kan door de nabestaanden als onrecht worden gevoeld, maar is dat niet.