Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Zorgvuldigheid en communicatie

20100803 2010023 Kist

Klacht:

Het betreft klachten over een te late laatste verzorging, een te kleine kist, een bloemenboek dat snel terug moest, een zin die niet op de rouwkaart stond, het vastvriezen van het lichaam van de overledene aan de koelplaat, onvoldoende leiding geven aan de condoleance, te weinig zitplaatsen in de aula, het eerst niet en later wel kunnen bijzetten van de overledene in het familiegraf en het niet (laten) maken van een geluidsopname.

Uitspraak:

De tijd van een enkele eenvoudige klacht lijkt voorbij. Steeds vaker wordt de ombudsman geconfronteerd met een waslijst aan klachten. Het is moeilijk hieruit in een samenvatting een goed beeld te geven. De uitvaartverzorger heeft wel gesignaleerd dat de overledene een extra grote kist nodig had, maar heeft dat of niet goed ingeschat of onduidelijk doorgegeven. Er bleek dus tijdens het in de kist leggen van de overledene een te kleine kist. Een nog grotere moest apart gemaakt worden. De overledene moest dus weer uit de kist en later in een andere kist gelegd worden. Dat doorbreekt de plechtigheid van het moment. De overledene zou vanwege teruglopende conditie in de kist gelegd worden. De bedkoeling is daarom niet eerder uit gezet. De aanwezige familieleden waren getuige van het losmaken van de (kleding van) de overledene van de koelplaat. Zij vonden dit erg akelig en begrepen de achtergrond niet. De uitvaartverzorger is hier in de communicatie duidelijk tekort geschoten. De klachten over de late verzorging, de te kleine kist, gebrek aan leiding geven aan de condoleance en het niet maken van een geluidopname zijn gegrond. De klachten over de bijzetting in het familiegraf en te weinig plaats in de aula zijn ongegrond. De ombudsman is onbevoegd te oordelen over de klacht met betrekking tot het bloemenboek en de prijs van de kist. De klachten over het ontbreken van de zin op de rouwkaart is ongegrond, met de opmerking dat de communicatie beter had gekund. Ditzelfde geldt voor onderdelen van klacht 2. De klacht wat betreft het vastvriezen is op zichzelf ongegrond, maar de uitvaartverzorger valt wel een tekortschietende communicatie hierover te verwijten. Er wordt een vergoeding van €900,- toegekend.