Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Ongewenst nachtelijk rouwbezoek.

20100325 2009066 Rouwbezoek

Klacht:

De overleden vader van klager zal worden gerepatrieerd naar Marokko en bevindt zich in een rouwcentrum. De overledene was gebrouilleerd met zijn dochter en wilde haar niet meer zien. De zoon van de overledene, klager, is contactpersoon namens de familie. ’s Avonds wordt er met de uitvaartondernemer gebeld door de echtgenoot van de dochter van de overledene met het verzoek om een rouwbezoek te mogen afleggen. Dit wordt geweigerd omdat het verzoek niet afkomstig is van de contactpersoon. De politie vraagt namens de dochter om een rouwbezoek, de dochter verschijnt op het kantoor van de uitvaartondernemer, maar nog steeds wordt geweigerd. Na nog een aantal emotionele telefoontjes wordt uiteindelijk een kort bezoek toegestaan. Dit bezoek vindt om middernacht plaats. Klager wordt in eerste instantie geconfronteerd met de rekening van dit bezoek. Hij is het volstrekt niet eens met het toestaan van het bezoek, omdat hij daarin niet gekend is of op de hoogte is gesteld.

Uitspraak:

Vastgesteld wordt dat de uitvaartondernemer een eigen juridische relatie met klager had. De uitvaartondernemer stelt dat een opdrachtgever ongewenst rouwbezoek niet kan weren, als een soort rechtvaardiging. De ombudsman concludeert dat de uitvaartondernemer daarmee op de stoel van de rechter is gaan zitten. De overledene is een paar dagen later pas naar Marokko vervoerd. Onduidelijk blijft waarom uiteindelijk wordt besloten tot het toestaan van het bezoek, terwijl het had kunnen worden uitgesteld tot de volgende ochtend. Er zou die dag nog een rituele wassing, afscheid en gebed plaatsvinden. Het telefoonnummer van de contactpersoon kon die avond niet achterhaald worden, zodat met hem geen contact heeft plaatsgehad, hoewel dat steeds de reden is geweest voor weigeren van het rouwbezoek. De rekening voor het rouwbezoek is ingetrokken. Klager vraagt zich af of er een identiteitscontrole heeft plaatsgevonden van de bezoekers. De ombudsman stelt vast dat dit niet gebruikelijk is. Ook is het niet ongebruikelijk als mensen zich bij rouwbezoek laten vergezellen door anderen. De klacht van klager is gegrond. Het verzoek om de kosten van de advocaat van klager te vergoeden wordt afgewezen, omdat het inschakelen geen noodzaak is voor een procedure bij de ombudsman, maar een eigen keuze van klager.