Ombudsman Uitvaartwezen
De Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen behandelt klachten van consumenten over de uitvaartbranche

Crematiekist

13-07-2015 2014-049 Kist, Polisvoorwaarden

Klacht:

De zoon van klaagster overleed onverwacht. Een paar dagen voor de begrafenis liet de ondernemer weten dat hij de massief eiken kist – die in de polis wordt genoemd – niet kan leveren zonder een extra financiële bijdrage van klaagster, vanwege de corpulentie van de overledene. De uitvaartondernemer gaf aan dat de kosten binnen de polis konden blijven, als klaagster zou kiezen voor een andere eiken kist, waarin de overledene wel paste.

Omdat klaagster net haar broer had begraven en zij vreesde op hoge kosten te worden gejaagd, ging zij akkoord met het voorstel van de uitvaartondernemer. Bij nader inzien vindt klaagster dat de uitvaartondernemer een massief eiken kist had moeten leveren, omdat de polisvoorwaarden geen nadere voorwaarden stellen aan de omvang van een overledene. Daarnaast is klaagster niet akkoord met de rekening van de uitvaart. Zij vindt dat er ten onrechte posten zijn geclaimd en ten onrechte andere posten niet zijn verrekend.

Uitspraak:

Op basis van het bovenstaande oordeelt de ombudsman dat er geen reden is om aan de grieven van klaagster tegemoet te komen. Als zij had gewild dat de uitvaart volgens de polis plaatsvond had zij de instructies van de uitvaartverzekering moeten volgen. Er is geen reden om aan verzoekster een schadevergoeding toe te kennen, dan wel een vergoeding voor gemaakte juridische kosten. Nu klaagster gebruik maakte van alle onderdelen die de uitvaartondernemer in rekening bracht en niet inging op de voorwaarden die de uitvaartondernemer stelde om voor de coulancevergoeding in aanmerking te komen, dient zij het restant van de uitvaartfactuur te betalen, zijnde – volgens opgave van de uitvaartondernemer – € 250,74. Klaagster dient er zorg voor te dragen dat dit bedrag drie weken na het uitbrengen van dit bindend advies op de rekening van de uitvaartondernemer is bijgeschreven.